Vader: Jan Crijnen ( Quijrijnen), zn. van Crijn Jansz en N Sijmons, geb. in 1601 te Blaricum, Koptienden Eerste: 1624-67, ovl. in 1674 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1674-65, , - JAN CRIJNEN Blaricum Koptienden (1624-67 1674-65): 1624-67:v.Jacob Jan Hermansz Westeijnde 1 Spt 3 cop 1629-66: v. VADER Crijn Jansz 2 cop t/m 1632-68: Situatie: 1 Spt 5 cop 1635-66: v. Jacob Jan Harmensz Westeijnde 5 cop t/m 1638-69: Situatiie: 2 Spt 2 cop 1640-68: v. VADER Crijn Jansz 1 cop 1/2 t/m 1644-68: Situatie: 2 Spt 3 cop 1/2 1647-68: v. Volcken Jansz 1 Spt 0 cop 1/2 t/m 1649-68: Situatie: 3 Spt 4 cop 1654-68: v. Jan Toenis Backer 3 cop t/m 1671-65: Situatie: 3 Spt 7 cop 1674-65: op Adriaan Corn: Koster 4 cop - op ZOON Jacob Jan Crijnen 1 Spt 5 cop - op Jacob Sijmansz 1 Spt 6 cop zie 1674-88-2: van zijn BESTEVADER=GROOTVADER verkregen) - SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 185-186, Akte 86-87; 29-04-1654: Folio 86-87: . Wij Goossen Lambertsz als vader, Isaack Mathijssen als Broeder van Ghijsbert Goossensz als Bruijdegum ter eenre en Jan Quijrijnen (Jan Crijnen) als vader, Anthonij Quijrijnen (Tonis Krijnen) als Oom van Brantghen Jans als Bruijt ter andere besloten tot een vast en wettelijkc huwelijck; van beide kanten wordt land ingebracht, relatie.